Erediensten
Activiteitenkalender
Voorganger : Ds. C.G. Kant, Nijkerk
Aanvangstijd : 09:30
Zondagmorgen 19 mei – Voorganger Ds. C.G. Kant - Nijkerk
Ouderling Arianne van Halm – de Rover
Welkom en mededelingen Willy van Oudheusden – van de Wetering
Kaars aansteken voor de kindernevendienst
Aanvangslied - Gezang 242: 1 en 3
1. Komt laat ons deze dag
met heilig vuur bezingen
en met vernieuwde vreugd,
want God deed grote dingen.
Eens gaf de Heil'ge Geest
aan velen heldenmoed.
Bidt dat Hij ons vandaag
verlicht met Pinkstergloed.
3. In 't lichaam van de Heer
tot leden uitverkoren,
zijn wij door uwe kracht
als kindren nieuw geboren.
Deel dan uw gaven uit,
wees met uw kracht nabij.
Dat ieder op zijn plaats
een levend lidmaat zij.
Stil gebed, bemoediging en Groet, Klein Gloria
Gebed om ontferming
Leefregel
Psalm 133: 1, 2 en 3
1. Zie toch hoe goed, hoe lieflijk is 't dat zonen
van 't zelfde huis als broeders samenwonen.
Een liefdeband houdt hen tezaam.
De zegen van Gods hoog verheven naam
daalt op hen neer vol zoete tederheid,
als olie die den priester wijdt.
2. Als olie die Aärons baard en kleren
met geur doordringt, zo is de gunst des Heren
voor wie eendrachtig samen zijn.
Als dauw is het, die ligt zo mild en rein
op Hermons top en daalt op Sion neer.
't Wordt al een tuin voor God den Heer.
3. Jeruzalem! Hier geeft de Heer zijn zegen,
hier woont Hij zelf, hier wordt zijn heil verkregen
en leven tot in eeuwigheid.
Gebed om verlichting met de Heilige Geest
Gezang 250: 1, 4 en 5
1. Kom, Heil'ge Geest, Gij vogel Gods,
daal neder waar Gij wordt verwacht.
Verschijn, Lichtengel, in de nacht
van onze geest, verward en trots.
4. Hoor, Heil'ge Geest, wij roepen U!
Kom, wees aanwezig in het woord;
wek onze geest, opdat hij hoort,
wek ons tot leven, hier en nu.
5. O Heil'ge Geest, wij zijn verblijd:
Gij immers, eeuwig ondoorgrond,
legt zelf dit lied ons in de mond,
ten teken dat Gij bij ons zijt.
Kindermoment, Gezang 477: 1
1. Geest van hierboven,
leer ons geloven,
hopen, liefhebben door uw kracht!
Hemelse Vrede,
deel U nu mede
aan een wereld die U verwacht!
Wij mogen zingen
van grote dingen,
als wij ontvangen
al ons verlangen,
met Christus opgestaan. Halleluja!
Eeuwigheidsleven
zal Hij ons geven,
als wij herboren
Hem toebehoren,
die ons is voorgegaan. Halleluja!
Schriftlezing: Zacharia 2: 6 – 13 en Handelingen 2: : 1 - 13 (NBV21)
6 ‘Waar gaat u heen?’ vroeg ik, en hij antwoordde: ‘Ik ga opmeten hoe groot Jeruzalem moet worden.’
7 Toen verscheen de engel die met mij sprak, en een andere engel kwam hem tegemoet
8 en zei tegen hem: ‘Vlug, zeg tegen die jongeman dat Jeruzalem een open stad zal blijven, niet ommuurd, vanwege het grote aantal mensen en dieren dat er zal wonen.
9 Ik zal zelf rondom de stad een muur van vuur zijn – spreekt de HEER – en haar met mijn luister vullen.’
10 ‘Kom, vlucht weg uit het land van het Noorden! – spreekt de HEER. Als de vier winden van de hemel heb Ik jullie verspreid – spreekt de HEER.
11 Kom, jullie die in Babel verblijven, zoek een veilig heenkomen in Sion.’
12 Want de HEER van de hemelse machten, die mij zijn grootheid heeft geopenbaard en die mij gezonden heeft, zegt over de volken door wie jullie geplunderd zijn: ‘Wie aan mijn volk komt, komt aan mijn oogappel!
13 Ik zal mijn hand dreigend naar hen uitstrekken, zodat zij op hun beurt geplunderd worden door degenen die zij hadden geknecht.’ Dan zullen jullie inzien dat de HEER van de hemelse machten mij gezonden heeft.
1 Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar.
2 Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde.
3 Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten,
4 en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
5 In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde.
6 Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring doordat iedereen hen in zijn eigen taal hoorde spreken.
7 Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken?
8 Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen?
9 Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia,
10 Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, inwoners van Rome die zich hier gevestigd hebben,
11 en ook mensen uit Kreta en Arabië, zowel Joden als proselieten – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’
12 Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’
13 Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken zijn.’
Psalm 68: 9
9. God is de bron, de klare wel,
springader voor heel Israël,
uit Hem vloeit louter zegen.
Zijn lof ontspringt als een fontein,
zijn volk zal louter vreugde zijn,
komend van allerwege.
God, onze sterke bondgenoot,
toon ons uw macht, uw krachten groot;
Gij zult uw stad gedenken.
Vorsten van verre bieden Hem
terwille van Jeruzalem
hun eerbied, hun geschenken.
Verkondiging
Eigen bundel 38: 1, 3 en 5
1. Heer! Ik hoor van rijke zegen,
die Gij uitstort keer op keer.
Laat ook van die milde regen,
dropp'len vallen op mij neer,
ook op mij, ook op mij,
dropp'len vallen ook op mij.
3. Heil'ge Geest, wil niet voorbijgaan,
Gij geeft blinden d'ogen weer.
Wil, o wil nu bij mij stilstaan,
werk in mij met kracht, o, Heer,
ook in mij, ook in mij,
werk ook door Uw kracht in mij!
5. Liefde Gods, zo rein, zo krachtig,
bloed van Jezus, rijk en vrij,
Gods genade, sterk en machtig,
o, verheerlijk U in mij,
ook in mij, ook in mij,
o, verheerlijk U in mij.
Dankzegging en Voorbeden, stil gebed, Onze Vader
Gezang 247: 1 en 2 (Mel. Gezang 416 LvdK)
1. De Geest des Heren heeft
een nieuw begin gemaakt,
in al wat groeit en leeft
zijn adem uitgezaaid.
De Geest van God bezielt
wie koud zijn en versteend
herbouwt wat is vernield
maak een wat is verdeeld.
2. Wij zijn in Hem gedoopt
hij zalft ons met zijn vuur.
Hij is een bron van hoop
in alle dorst en duur.
Wie weet vanwaar Hij komt
wie wordt zijn licht gewaar?
Hij opent ons de mond
en schenkt ons aan elkaar.
Zegen met gezongen amen