Erediensten
Activiteitenkalender
Voorganger : Dhr. T. Hagendijk, Zoetermeer
Aanvangstijd : 09:30
In deze dienst is er voorbereiding voor de viering van het Heilig Avondmaal
Zondagmorgen 16 juni – Voorganger Dhr. Timo Hagendijk - Zoetermeer
Ouderling Robert Zaal
Organist Hans van Oudheusden
Welkom en mededelingen Peter de Fijter
Aanvangslied Lied 280: 1, 2 en 3 NLB (tekst via beamer)
1. De vreugde voert ons naar dit huis
waar ’t woord aan ons geschiedt.
God roept zijn naam over ons uit
en wekt in ons het lied.
2. Dit huis van hout en steen, dat lang
de stormen heeft doorstaan,
waar nog de wolk gebeden hangt
van wie zijn voorgegaan,
3. dit huis, dat alle sporen draagt
van wie maar mensen zijn,
de pijler die het alles schraagt,
wilt Gij die voor ons zijn?
Stil gebed, votum en groet, Klein Gloria
Eigen bundel 36: 1 en 3
1. Zouden wij ook eenmaal komen,
waar de levensstroom ontspringt,
en waar aan d'altijd groene zomen,
Christus' Kerk Zijn lof steeds zingt
Laat ons streven eens te komen
aan de zilv'ren, zilv'ren stromen,
waar aan d'altijd groene zomen
Christus' Kerk 't Hosanna zingt.
3. Laat ons in die hope leven.
God, Die ons haar vreugde biedt,
wil Zijn Geest als pand ons geven;
dat genade ons is geschied.
Laat ons streven eens te komen
aan de zilv'ren, zilv'ren stromen,
waar aan d'altijd groene zomen
Christus' Kerk 't Hosanna zingt.
Gebed
Genadeverkondiging
Wetslezing
Psalm 103: 3 en 5
3. Hij is een God van liefde en genade,
barmhartigheid en goedheid zijn de daden
van Hem die niet voor altijd met ons twist,
die ons niet doet naar alles wat wij deden,
ons niet naar onze ongerechtigheden
vergeldt, maar onze schuld heeft uitgewist.
5. Zoals een vader liefdevol zijn armen
slaat om zijn kind, omringt ons met erbarmen
God onze Vader, want wij zijn van Hem.
Hij die ons zelf uit aarde heeft genomen,
Hij weet, dat wij, uit stof aan 't licht gekomen,
slechts leven op de adem van zijn stem.
Gebed bij de opening van het woord
Hemelhoog 339: 1 en 4 - (tekst via beamer)
1. Hij heeft de hele wereld in zijn hand,
Hij heeft de hele wereld in zijn hand,
Hij heeft de hele wereld in zijn hand,
Hij heeft de wereld in zijn hand.
4.Hij heeft jouw en mijn leven in zijn hand,
Hij heeft jouw en mijn leven in zijn hand,
Hij heeft jouw en mijn leven in zijn hand,
Hij heeft de wereld in zijn hand.
Schriftlezing Nehemia 11: 1 – 2 en Nehemia 12: 27 – 43
1 De leiders van het volk gingen in Jeruzalem wonen, en de rest van het volk wierp het lot, want één op de tien families moest in Jeruzalem, de heilige stad, gaan wonen; de negen andere mochten in de overige steden blijven.
2 Wanneer families zich vrijwillig in Jeruzalem wilden vestigen werd dat algemeen toegejuicht.
27 Toen de muur van Jeruzalem zou worden ingewijd, werden de Levieten in al hun woonplaatsen opgespoord en naar Jeruzalem gebracht om feestelijk de inwijding te vieren, met lofzang en liederen, onder begeleiding van cimbalen, harpen en lieren.
28 De tempelzangers werden bijeengeroepen vanuit de streek rondom Jeruzalem en vanuit de nederzettingen bij Netofa,
29 en vanuit Bet-Haggilgal en het gebied van Geba en Azmawet, vanuit de nederzettingen dus die de tempelzangers in de buurt van Jeruzalem voor zichzelf hadden gebouwd.
30 De priesters en de Levieten reinigden niet alleen zichzelf, maar ook het volk, de poorten en de muur.
31 Ik liet de leiders van Juda de muur op gaan. Ik stelde twee grote koren op; een daarvan trok in processie zuidwaarts over de muur, in de richting van de Mestpoort.
32 Hosaja volgde hen met de helft van de leiders van Juda,
33 en met Azarja, Ezra, Mesullam,
34 Jehuda, Benjamin, Semaja en Jirmeja.
35 Daarna een aantal priesters met trompetten: Zecharja, de zoon van Jonatan, die de zoon was van Semaja, de zoon van Mattanja, de zoon van Micha, de zoon van Zakkur, de zoon van Asaf,
36 met zijn verwanten Semaja, Azarel, Milalai, Gilalai, Maäi, Netanel, Jehuda en Chanani, die de muziekinstrumenten van David, de godsman, bij zich hadden. Ezra, de schrijver, ging voorop.
37 Bij de Bronpoort gingen ze rechtdoor, de trappen van de Davidsburcht op, en via de omhooggaande muur klommen ze langs het paleis van David naar de Waterpoort in het oosten.
38 Het tweede koor ging noordwaarts. Ik klom met de andere helft van het volk achter hen aan. Ze gingen over de muur langs de Bakoventoren naar de Brede Muur,
39 en via de Efraïmpoort, de Oude Poort, de Vispoort, de Chananeltoren en de Honderdtoren liepen ze tot aan de Schaapspoort, en hielden halt bij de Gevangenpoort.
40 De twee koren stelden zich op in de tempel, net als ik met de helft van de bestuurders, 41 en de priesters Eljakim, Maäseja, Minjamin, Micha, Eljoënai, Zecharja en Chananja, met hun trompetten.
42 De tempelzangers Maäseja, Semaja, Elazar, Uzzi, Jochanan, Malkia, Elam en Ezer, onder leiding van Jizrachja, zongen luid.
43 Die dag brachten de Israëlieten talloze offers, en iedereen was vrolijk omdat God hun grote vreugde schonk. Ook de vrouwen en de kinderen waren blij; de feestvreugde in Jeruzalem was tot op grote afstand te horen.
Psalm 48: 4
4. Komt, trekt verheugd om Sion heen,
en telt haar torens een voor een,
ziet hoe de bastions daar rijzen,
gaat door de zalen der paleizen.
Meldt het aan het nageslacht,
wat God heerlijk heeft volbracht;
ja, gij zult uw kind'ren leren;
deze god is onze Here;
nimmer zal Hij van ons scheiden,
tot de dood blijft hij ons leiden.
Schriftlezing Fillipenzen 4: 4 - 9
4 Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd.
5 Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen. De Heer is nabij.
6 Wees over niets bezorgd, maar vraag in alle omstandigheden aan God wat u nodig hebt en dank Hem in uw gebeden.
7 Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren.
8 Ten slotte, broeders en zusters, laat u leiden door al wat waar is, al wat edel, rechtvaardig, zuiver, beminnelijk en eervol is, kortom door al wat deugdzaam is en lof verdient.
9 Doe alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Dan zal de God van de vrede met u zijn.
Gezang 98: 1, 2 en 3
1. Verblijdt u in de Heer te allen tijd!
Dat zeg ik u, dat zeg ik u: verblijdt u!
Verblijdt u, want de Heer is zeer nabij,
de Heer is zeer nabij en Hij bevrijdt u.
2. Weest niet bezorgd, maar bidt en smeekt de Heer,
weest niet bezorgd, maar mild en toegenegen,
want Hij brengt in uw ballingschap een keer;
zijn land, zijn erf, zijn stad heeft Hij gezegend.
3. Daarom, dankt God! De vrede die Hij geeft
gaat alle redelijk verstand te boven.
Hij die uw harten in zijn hoede heeft,
is goed, is God. Gij moet in Hem geloven.
Verkondiging “Waar is dat feestje”
Hemelhoog 596 (https://www.google.com/url?q=https://
1. Laat het feest zijn in de huizen,
mensen dansen op de straat,
als het onrecht buigt voor Jezus
en het volk weer bidden gaat. - Refrein
In de bergen, door de dalen,
hoor ons loflied overal,
in de hemel en op aarde,
als uw glorie komen zal.
2. Laat uw licht zien in het duister,
als wij buigen voor het kruis.
Laat uw heerlijkheid verschijnen
in de wereld, in ons huis.
In de bergen, door de dalen,
hoor ons loflied overal,
in de hemel en op aarde,
als uw glorie komen zal.
Halleluja, halleluja,
halleluja, halleluja.
In de bergen, door de dalen,
hoor ons loflied overal,
in de hemel en op aarde,
als uw glorie komen zal.
Dankgebed
Inzameling van de gaven
Hemelhoog 624: 1, 4 en 5 - (tekst via beamer)
1. Vreugde, vreugde, louter vreugde
is bij U van eeuwigheid,
Schepper die ’t heelal verheugde,
bron van eeuw’ge vreugde zijt.
Gij die woont in licht en luister
drijft de schaduwen uiteen.
Hij die zoekend doolt in ’t duister
vindt het licht bij U alleen.
4. Open nu ook onze ogen
voor het ware vreugdelicht
opdat wij uw naam verhogen,
juichend voor uw aangezicht.
Want in Christus komt Gij nader
hem, die onder zonde zucht.
Ieder wilt Gij zijn een vader,
die in Jezus tot U vlucht.
5. Wil ons van uw vreugde geven,
hef ons op tot U omhoog,
Gever van onsterf’lijk leven,
die tot ons U neder boog.
Dan gaan wij hier zingend voorwaarts,
onbevreesd in smart en pijn.
Laat ons, Heer, door uwe liefde
eeuwig in uw vreugde zijn.
Zegen met gezongen amen