Erediensten
Activiteitenkalender
Voorganger : dhr. T. Hagendijk, Zoetermeer
Aanvangstijd : 09:30
Voorbereiding viering Heilig Avondmaal
Organist: Jacques Blankers
Ouderling van dienst: Arjan Pullen
Orgelspel
Welkom en mededelingen
We zingen Psalm 15: 1 en 4 (staande)
1. Wie zult Gij noden in uw tent,
wie op uw heilge berg doen wonen?
Hem die, o HEER, uw recht niet schendt,
in heel zijn wandel U erkent,
die zult Gij U een gastheer tonen.
4. Wie mag te gast zijn in uw tent,
wie zult Gij drank en voedsel reiken?
Die onomkoopbaar ’t recht erkent
van ieder die zich tot hem wendt.
Nooit zal hij wanklen en bezwijken.
Stil gebed (staande)
Votum en groet (staande)
We zingen het Klein Gloria (staande)
Ere zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest,
als in den beginne, nu en immer
en van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
We zingen Lied 44 (eigen bundel)
1. Heer, wees mijn Gids op heel mijn levenspad,
wees Gij mijn Gids.
Wijs mij de weg naar Sions gouden stad,
wees Gij mijn Gids.
Blijf dicht bij mij. Ga stap voor stap mij voor,
dan ben ’k gerust en veilig volg ’k Uw spoor.
2. ’k Was vroeger blind en dwaalde van het pad,
want ’k had geen gids.
Ver dwaald’ ik af, totdat ik ernstig bad,
wees Gij mijn Gids.
Hij heeft ’t verhoord, ’k Ben nu verheugd en blij,
want Jezus kwam en nu is ’t licht voor mij.
3. Nu, aan Zijn hand, dwaal ’k nimmer van de weg;
Hij is mijn Gids.
’t Zij door moeras of wel langs struik en heg
leidt mij mijn Gids.
Licht vriend’lijk licht stroomt van Zijn aangezicht.
’k Houd daarom steeds mijn oog op Hem gericht.
Verootmoedigingsgebed
We zingen Lied 297: 1 en 4 (Hemelhoog)
1. Genade zo groot,
aan mij die het niet verdient,
liet Christus zijn liefde zien,
want Hij kocht mij vrij.
Refrein:
En al wat ik heb,
leg ik voor Hem neer,
mijn Verlosser en Heer,
die mij liefheeft.
4. Liefde zo groot,
wiens kracht onverslaanbaar is,
verdrijft elke duisternis;
ja, nu zijn wij vrij.
Refrein:
En al wat ik heb,
leg ik voor Hem neer,
mijn Verlosser en Heer,
die mij liefheeft.
Wetslezing
We zingen 446: 1, 4 en 5
1. O Jezus, hoe vertrouwd en goed
klinkt mij uw naam in ’t oor,
uw naam die mij geloven doet:
Gij gaat mij reddend voor;
4. al wat ik doe, al wat ik wil,
het is te zwak, te koud,
maar sterk en vurig wordt de ziel
wanneer zij U aanschouwt.
5. Zolang Gij nog onzichtbaar zijt,
een zon diep in de nacht,
roep ik uw nadering reeds uit
omdat ik U verwacht.
Gebed bij de opening van het woord
Kindermoment – ‘Voor, achter, onder, boven, naast’
We zingen het Lied voor kerk en school – God heeft een plan met je leven
https://www.youtube.com/watch?v=ZN034PuKBTY
God heeft een plan met je leven,
je bent hier met een doel,
geloof het diep van binnen,
’t is meer dan een gevoel.
Hij doet meer dan je kan bidden.
Hij is groter dan je denkt.
Ik weet dat Hij je helpt.
Ik weet dat Hij je kent.
Dus stap uit je boot,
durf op water te lopen.
Vraag God om hulp
en de hemel gaat open.
Wees maar niet bang,
Hij is altijd bij jou:
In de storm, in de strijd,
in de moeilijke tijd,
God is trouw.
God heeft een plan met je leven,
je bent hier met een doel,
geloof het diep van binnen,
’t is meer dan een gevoel.
Hij doet meer dan je kan bidden.
Hij is groter dan je denkt.
Ik weet dat Hij je helpt.
Ik weet dat Hij je kent.
Dus stap uit je boot,
durf op water te lopen.
Vraag God om hulp
en de hemel gaat open.
Wees maar niet bang,
Hij is altijd bij jou:
In de storm, in de strijd,
in de moeilijke tijd,
God is trouw.
Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja.
Schriftlezing Psalm 16
1Een stil gebed van David.
Behoed mij, God, ik schuil bij U.
2Ik zeg tot de HEER: ‘U bent mijn Heer,
mijn geluk, niemand gaat U te boven.’
3Maar tot de goden in dit land,
de machten die ik zo liefhad, zeg ik:
4‘Wie u volgt, wacht veel verdriet.’
Ik pleng voor hen geen bloed meer,
niet langer ligt hun naam op mijn lippen.
5HEER, mijn enig bezit, mijn levensbeker,
U houdt mijn lot in handen.
6Een lieflijk land is voor mij uitgemeten,
ik ben verrukt van wat mij is toebedeeld.
7Ik prijs de HEER die mij inzicht geeft,
zelfs in de nacht spreekt mijn geweten.
8Steeds houd ik de HEER voor ogen,
met Hem aan mijn zijde wankel ik niet.
9Daarom verheugt zich mijn hart en juicht mijn ziel,
mijn lichaam voelt zich veilig en beschut.
10U levert mij niet over aan het dodenrijk
en laat uw trouwe dienaar het graf niet zien.
11U wijst mij de weg van het leven:
overvloedige vreugde in uw nabijheid,
voor altijd een lieflijke plek aan uw zijde.
We zingen Lied 8 (Hemelhoog)
https://youtu.be/9aiPlvWGxGY?si=RacRfIYGhdRc7CfK
1. Mijn God, ik kom naar U. Dan ben ik veilig;
ik heb het U gezegd, en blijf het zeggen
ik heb U nodig, Heer. De rest is overbodig.
2. De mensen hebben andere idolen
en wringen zich voor hen in honderd bochten,
maar dat zal ik nooit doen. En zelfs hun naam niet noemen.
3. Mijn God, U vult mijn bord. U vult mijn beker
U hebt iets moois bedacht, en straks is het van mij.
U houdt mijn hele leven in uw handen
en ik kom goed terecht, want dat hebt U gezegd.
4. De hele nacht lig ik aan God te denken;
Ik voel dat Hij er is. Zijn wijsheid geeft me rust.
Dan word ik blij, en zeker van mijn redding
ik leef, ik leef naast God. Ik val niet uit zijn hand.
5. Want U zult mij niet zomaar laten sterven;
ik hoef niet naar het graf. Want U laat mij niet los.
U wilt mij leren waar ik het moet zoeken
heel dicht bij U, mijn God, zal ik gelukkig zijn.
Verkondiging – “Met Hem aan mijn zijde”
We zingen Psalm 16: 1 en 3
1. Bewaar mij, want ik schuil bij U, o God,
Gij zijt mijn Heer, en mijn geluk is zeker.
Gij maakt bestendig mijn voorspoedig lot,
Gij zijt mijn heil, mijn erfdeel en mijn beker.
Gij deelt mij toe zo lieflijke landouwen
dat mijn hart in mij opspringt bij ’t aanschouwen.
3. Ik prijs de HEER; Hij heeft mijn hart verlicht,
dat in de nacht zelfs blijft van Hem gewagen.
Ik houd bestendig naar zijn aangezicht
mijn ogen vol vertrouwen opgeslagen.
Ik wankel niet, want aan mijn rechterzijde
staat God, mijn HEER, die mij tot hiertoe leidde.
Lezing formulier voorbereiding Heilig Avondmaal
Gebeden
Inzameling van de gaven
1. Diaconaat en kerk; 2. Stichting Gelijke kansen
We zingen Gezang 249: 1 en 3 (staande)
1. Wij leven van de wind
die aanrukt uit den hoge
en heel het huis vervult
waar knieën zijn gebogen,
die doordringt in het hart,
in de verborgen hof,
en uitbreekt in een lied
en opstijgt God ten lof.
3. Wij teren op het woord,
het brood van God gegeven,
dat mededeelzaam is
en kracht geeft en nieuw leven.
Dus zegt en zingt het voort,
geeft uit met gulle hand
dit manna voor elk hart,
dit voedsel voor elk land.
Zegen (staande)
door de gemeente zingend beantwoord: ‘Amen, amen, amen’.
Orgelspel