Schoolkerkdienst 1

Informatie over het verloop van de erediensten vindt u hier.

Erediensten

Activiteitenkalender

Voorganger : Ds. D. Wolters, Amsterdam

Aanvangstijd : 18:30


Organist: Piet van der Meijden
Ouderling van dienst: Arjan Pullen


Orgelspel

Welkom en mededelingen

We zingen Psalm 121 (staande)

1. Ik sla mijn ogen op en zie
de hoge bergen aan, / waar komt mijn hulp vandaan?
Mijn hulp is van mijn HERE, die
dit alles heeft geschapen. / Mijn herder zal niet slapen.

2. Uw wankle voeten zet Hij vast,
als gij geen uitkomst ziet: / uw wachter sluimert niet!
Zijn oog wordt door geen slaap verrast,
Hij wil, als steeds voor dezen, / Israëls wachter wezen.

3. De HEER brengt al uw heil tot stand,
des daags en in de nacht / houdt Hij voor u de wacht.
Uw schaduw aan uw rechterhand:
de zon zal u niet schaden, / de maan doet niets ten kwade.

4. De HEER zal u steeds gadeslaan,
Hij maakt het kwade goed, / Hij is het die u hoedt.
Hij zal uw komen en uw gaan,
wat u mag wedervaren, / in eeuwigheid bewaren.

Moment van stilte ter voorbereiding op de dienst (staande)

Votum en groet (staande)

We zingen NLB Lied 534

1. Hij die de blinden weer liet zien,
hun ogen kleur liet ondervinden
is zelf het licht dat ruimte geeft:
ons levenslicht, de Zoon van God.

2. Hij die de lammen lopen liet
hun dode krachten deed ontvlammen
is zelf de weg tot waar geluk:
ons levenspad, de Zoon van God.

3. Hij die de armen voedsel gaf
met overdaad hen kwam verwarmen
is zelf het brood dat honger stilt:
ons levensbrood, de Zoon van God.

4. Hij die de doven horen deed
hun eigen oren deed geloven
is zelf het woord dat waarheid spreekt:
het levend woord, de Zoon van God.

Gebed om opening van het Woord en verlichting met de Geest

We lezen uit de Bijbel Marcus 8: 22-26

22Ze kwamen in Betsaïda. Er werd een blinde bij Hem gebracht, en men smeekte Hem om de man aan te raken. 23Hij pakte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp. Hij deed wat speeksel op zijn ogen, legde er zijn handen op en vroeg: ‘Ziet u iets?’ 24Hij begon weer te zien en zei: ‘Ik zie mensen, het zijn net bomen, maar ze lopen rond.’ 25Daarna legde Hij weer zijn handen op de ogen van de blinde. Deze sperde zijn ogen open en genas; hij zag alles nu heel helder. 26Hij stuurde hem naar huis met de waarschuwing: ‘Ga het dorp niet in!’

We zingen Psalm 130: 1 en 3

1. Uit diepten van ellende / roep ik tot U, o HEER.
Gij kunt verlossing zenden, / ik werp voor U mij neer.
O laat uw oor zich neigen / tot mij, tot mijn gebed.
Laat mij gehoor verkrijgen, / red mij, o Here, red!

3. Ik heb mijn hoop gevestigd / op God den HEER die hoort.
Mijn hart, hoezeer onrustig, / wacht zijn verlossend woord.
Nog meer dan in de nachten / wachters het morgenlicht,
blijf ik, o Heer, verwachten / uw lichtend aangezicht.

Verkondiging Dubbel Kijken

We zingen Gezang 479: 1, 3 en 4

1. Aan U behoort, o Heer der heren,
de aarde met haar wel en wee,
de steile bergen, koele meren,
het vaste land, de_onzeekre zee.
Van U getuigen dag en nacht.
Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.

3. Gij hebt de bloemen op de velden
met koninklijke pracht bekleed.
De zorgeloze vogels melden
dat Gij uw schepping niet vergeet.
’t Is alles een gelijkenis
van meer dan aards geheimenis.

4. Laat dan mijn hart U toebehoren
en laat mij door de wereld gaan
met open ogen, open oren
om al uw tekens te verstaan.
Dan is het aardse leven goed,
omdat de hemel mij begroet.

Geloofsbelijdenis (staande)

We zingen Gezang 477 (staande)

1. Geest van hierboven, leer ons geloven,
hopen, liefhebben door uw kracht!
Hemelse Vrede, deel U nu mede
aan een wereld die U verwacht!
Wij mogen zingen van grote dingen,
als wij ontvangen al ons verlangen,
met Christus opgestaan. Halleluja!
Eeuwigheidsleven zal Hij ons geven,
als wij herboren Hem toebehoren,
die ons is voorgegaan. Halleluja!

2. Wat kan ons schaden, wat van U scheiden,
Liefde die ons hebt liefgehad?
Niets is ten kwade, wat wij ook lijden,
Gij houdt ons bij de hand gevat.
Gij hebt de zege voor ons verkregen,
Gij zult op aarde de macht aanvaarden
en onze koning zijn. Halleluja!
Gij, onze Here, doet triomferen
die naar U heten en in U weten,
dat wij Gods zonen zijn. Halleluja!

Dankgebed

Inzameling van de gaven
1. Diaconaat en eredienst; 2. Stichting Gelijke kansen

We zingen Hemelhoog Lied 298 (staande)

1. Genade, zo oneindig groot.
Dat ik, die ’t niet verdien
het leven vond, want ik was dood
en blind, maar nu kan ’k zien.

2. Genade die mij heeft geleerd
te vrezen voor het kwaad.
Maar ook – als ik mij tot Hem keer –
dat God mij nooit verlaat.

3. Want Jezus droeg mijn zondelast
en tranen aan het kruis.
Hij houdt mij door genade vast
en brengt mij veilig thuis.

4. Als ik daar in zijn heerlijkheid
mag stralen als de zon,
dan prijs ik Hem in eeuwigheid
dat ik genade vond.

Zegen (staande)

De gemeente beaamt de zegen zingend: ‘Amen, amen, amen’

Orgelspel