Erediensten
Activiteitenkalender
Voorganger : Ds. G. Scherff, Sleeuwijk
Aanvangstijd : 18:30
Organist: Hans van Oudheusden
Ouderling van dienst: Shanna van Dalen-Barendregt
Afkondigingen: Lettie van Haaften-van Gammeren
Koster: Hans Nieuwenhuizen
Orgelspel
Welkom en mededelingen
We zingen Psalm 100: 1 en 3
1. Juicht Gode toe, bazuint en zingt.
Treedt nader tot gij Hem omringt,
gij aard’ alom, zijn rijksdomein,
zult voor den HEER dienstvaardig zijn.
3. Treedt statig binnen door de poort.
Hier staat zijn troon, hier woont zijn Woord.
Heft hier voor God uw lofzang aan:
Gebenedijd zijn grote naam.
Moment van stilte ter voorbereiding op de dienst (staande)
Votum en groet (staande)
We zingen Lied 283: 1, 2 en 4 (het nieuwe liedboek)
1. In de veelheid van geluiden
in het stormen van de tijd,
zoeken wij het zachte suizen
van het woord, dat ons verblijdt.
2. En van overal gekomen,
drinkend uit de ene bron,
bidden wij om nieuwe dromen,
richten wij ons naar de zon.
4. Laat uw dauw van vrede dalen
in de voren van de tijd.
Vat ons samen in de stralen
van uw goedertierenheid.
Lofzang van Maria – Lucas 1: 46-55
46Maria zei:
‘Mijn ziel prijst en looft de Heer,
47mijn hart juicht om God, mijn redder:
48Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
49ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam.
50Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht,
voor al wie Hem vereert.
51Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
52heersers stoot Hij van hun troon
en wie gering is geeft Hij aanzien.
53Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven,
maar rijken stuurt Hij weg met lege handen.
54-55Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
zoals Hij aan onze voorouders heeft beloofd:
Hij herinnert zich zijn barmhartigheid
jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid.’
We zingen Lied 29 (Hemelhoog)
1. Loof de Here, mijn ziel,
Loof de Here, mijn ziel,
en alles wat in mij is
zijn heilige Naam.
Gebed bij de opening van het Woord
Psalmlezing: Psalm 119: 33-40
33Wijs mij, HEER, de weg van uw wetten,
dan volg ik die tot het einde toe.
34Geef mij inzicht, en ik zal uw wet volgen,
hem onderhouden met heel mijn hart.
35Laat mij het pad gaan van uw geboden,
dat is mij het liefst.
36Neig mijn hart naar uw richtlijnen
en niet naar winstbejag.
37Houd mijn ogen af van wat leeg is,
laat mij uw wegen gaan, en leven.
38Kom uw belofte aan uw dienaar na,
dan zal ik van ontzag voor U vervuld zijn.
39Houd spot van mij af: die beangstigt mij,
maar uw voorschriften maken mij gelukkig.
40Hoe verlang ik naar uw regels,
doe mij leven in uw gerechtigheid.
We zingen Psalm 119: 13 en 14
13. Geef mij een hart dat U met vreugde groet,
geef mij verstand - daar zal ik wel bij varen -,
dat ik niet haak naar zilver, goud en goed,
niet gretig schatten om mij heen vergare.
Als Gij de weg der wet mij weten doet,
dan zal ik die ten einde toe bewaren.
14. Bewaar mijn oog, dat niet de valse schijn,
dat niet de lege vreugd mijn hart bewege.
Slechts in uw spoor kan leven leven zijn.
Vestig mijn aandacht op de rechte wegen.
Doe uw beloften onverwrikbaar zijn,
immers uw knecht is tot uw dienst genegen.
Evangelielezing: Marcus 10: 17-22
17Toen Hij zijn weg vervolgde, kwam er iemand naar Hem toe die voor Hem op zijn knieën viel en vroeg: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ 18Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed, behalve God. 19U kent de geboden: pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, bedrieg niemand, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ 20Toen zei de man: ‘Meester, sinds mijn jeugd heb ik me daaraan gehouden.’ 21Jezus keek hem liefdevol aan en zei tegen hem: ‘Eén ding ontbreekt u: ga naar huis, verkoop alles wat u hebt en geef de opbrengst aan de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten; kom daarna terug en volg Mij.’ 22Maar de man werd somber toen hij dit hoorde en ging terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen.
We zingen Psalm 139: 1 en 14
1. HEER, die mij ziet zoals ik ben,
dieper dan ik mijzelf ooit ken,
kent Gij mij, Gij weet waar ik ga,
Gij volgt mij waar ik zit of sta.
Wat mij ten diepste houdt bewogen,
’t ligt alles open voor uw ogen.
14. Doorgrond, o God, mijn hart; het ligt
toch open voor uw aangezicht.
Toets mij of niet een weg in mij
mij schaadt en leidt aan U voorbij.
O God, houd mij geheel omgeven,
en leid mij op den weg ten leven.
Overdenking
Meditatief orgelspel
We zingen Gezang 158: 1, 2 en 4
1. Christus, met eer gekroonde,
Zoon Gods in eeuwigheid,
die bij en in God woonde
en uitging in de tijd,
Gij zijt de morgensterre
die opging van zeer verre,
uw licht straalt wijd en zijd.
2. Gij zijt als mens geboren,
eenmaal de tijd vervuld,
opdat geen mens verloren
zou gaan in zonde_en schuld,
Gij hebt de dood gedood en
Gods hemel weer ontsloten,
het leven ons onthuld.
4. Gij schepper aller dingen,
Gij vaderlijke kracht,
hebt alle ordeningen
der aarde in uw macht.
Wil dan tot U bekeren
ons hart en zijn begeren,
God die ons thuis verwacht.
Avondgebed, Onze Vader
Inzameling van de gaven
1. Diaconaat en eredienst; 2. Christenen voor Israël
We zingen Gezang 253: 1, 2 en 3 (melodie Psalm 134)
1. O zalig licht, Drievuldigheid,
die één in hart en wezen zijt,
de grote zon verzinkt in nacht,
o licht, houd in ons hart de wacht.
2. U loven we_in de dageraad,
U smeken wij des avonds laat,
geef dat ons lied uw lof verspreidt
van eeuwigheid tot eeuwigheid.
3. Aan God de Vader zij de eer,
aan God de Zoon voor immermeer,
aan God de Geest die troost en leidt
zij lof nu en te allen tijd.
Zegen (staande)
De gemeente beaamt de zegen zingend: ‘Amen, amen, amen’
Orgelspel