Erediensten
Activiteitenkalender
Voorganger : Dhr. T. Hagendijk, Zoetermeer
Aanvangstijd : 18:30
Derde zondag van de veertigdagentijd – Oculi
Ouderling van dienst: Lettie van Haaften-van Gammeren
Afkondigingen: Jeroen Verhoeven
Organist: Hans van Oudheusden
Orgelspel
Welkom en mededelingen
We zingen Psalm 145: 2 – staande
2. Ik zal getuigen van uw heerlijk licht,
van al de wondren die Gij hebt verricht,
opdat men alom spreke van uw kracht,
en roeme in uw overwinningsmacht.
Uw grootheid, HEER, gaat boven mijn begrippen,
uw goedheid, HEER, is altijd op mijn lippen
en juichend zal men overal bezingen
uw recht, o HEER, uw trouw aan stervelingen.
Moment van stilte ter voorbereiding op de dienst – staande
Votum en groet – staande
Aanvangstekst Kolossenzen 3: 1-4 – NBV21
1Als u nu met Christus tot leven bent gewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. 2Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. 3U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. 4En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u in luister verschijnen, samen met Hem.
We zingen Lied 43 – Eigen bundel
1. Veilig in Jezus’ armen.
Veilig aan Jezus’ hart.
Daar, in Zijn teêr erbarmen,
Daar rust mijn ziel van smart.
Hoor! ’t Is het lied der eng’len
Zingend van liefd’ en vreê,
Ruisend uit ’s hemels zalen,
Over de glazen zee.
Refrein:
Veilig in Jezus’ armen. / Veilig aan Jezus’ hart.
Daar, in Zijn teêr erbarmen, / daar rust mijn ziel van smart.
2. Veilig in Jezus’ armen,
vrij bij mijn Heer en borg,
vrij van ’t gewoel der wereld,
vrij van verdriet en zorg,
vrij van de vrees en twijfel,
vrij van der zonden macht,
nog slechts een weinig lijden,
nog slechts een korte nacht. Refrein
3. Jezus, mijn dier’bre Toevlucht,
Jezus, Gij stierf voor mij!
Dat op die Rots der eeuwen
eeuwig mijn hope zij!
Heer, laat mij lijdzaam wachten,
totdat het duister vliedt
en ’t oog aan gindse kusten
Uw heillicht gloren ziet. Refrein
Gebed bij de opening van het Woord
Heidelbergse Catechismus – vraag en antwoord 45
Vraag: Welk nut heeft de opstanding van Christus voor ons?
Antwoord: Ten eerste heeft Hij door zijn opstanding de dood overwonnen, om ons in de gerechtigheid te doen delen, die Hij door zijn dood voor ons verworven had. Ten tweede worden ook wij door zijn kracht opgewekt tot een nieuw leven. Ten derde is voor ons de opstanding van Christus een betrouwbaar onderpand van onze eigen opstanding in heerlijkheid.
We lezen uit de Bijbel Johannes 20: 19-31
19Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; uit angst voor de Joden hadden ze de deuren op slot gedaan. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie!’ 20Na deze woorden toonde Hij hun zijn handen en zijn zij. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen. 21Nog eens zei Jezus: ‘Vrede zij met jullie! Zoals de Vader Mij heeft uitgezonden, zo zend Ik jullie uit.’ 22Na deze woorden blies Hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest. 23Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’
24Een van de twaalf, Tomas (dat is Didymus, ‘tweeling’), was er niet bij toen Jezus kwam. 25Toen de andere leerlingen hem vertelden: ‘Wij hebben de Heer gezien!’ zei hij: ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’ 26Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren op slot zaten, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Vrede zij met jullie!’ zei Hij, 27en daarna richtte Hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ 28Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ 29Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’
30Jezus heeft in het bijzijn van zijn leerlingen nog veel meer tekenen verricht, die niet in dit boek staan, 31maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leven ontvangt door zijn naam.
Luisterlied Raak mijn wonden aan – Sela
Wij zijn vertwijfeld door uw lijden.
Ons hart is vol met vragen.
Wij denken zwijgend aan uw sterven.
De stilte vult de dagen.
Er is ons verteld dat U zou leven,
maar als dat zo is,
waar bent U dan?
Dan staat U zomaar in ons midden,
al is de deur gesloten.
De dood is zichtbaar op uw lichaam.
We zien met eigen ogen:
U ademt en leeft; U bent verrezen.
We horen uw stem.
Uw liefde spreekt.
Heer, U zegt: raak mijn wonden aan.
Raak ze aan en vind mij,
raak ze aan en vind mij.
U ziet de wonden diep vanbinnen.
Beziel ons met uw leven.
Kom, blaas op ons en geef ons vrede.
Vergeef ons wat we deden.
Als wij U niet zien, leer ons vertrouwen.
In lijden en dood, geef ons geloof.
Heer, U zegt: raak mijn wonden aan.
Raak ze aan en vind mij,
raak ze aan en vind mij.
En ik bid: raak mijn wonden aan.
Raak ze aan en vind mij,
raak ze aan en vind mij.
We lezen uit de Bijbel 1 Korintiërs 15: 12-28
12Maar wanneer nu over Christus wordt verkondigd dat Hij uit de dood is opgewekt, hoe kunnen sommigen van u dan zeggen dat de doden niet zullen opstaan? 13Als de doden niet opstaan, is ook Christus niet opgewekt; 14en als Christus niet is opgewekt, is onze verkondiging zonder inhoud en uw geloof zinloos. 15Dan blijkt dat wij als getuigen van God over Hem hebben gelogen, omdat we verklaard hebben dat Hij Christus heeft opgewekt – want als er geen doden worden opgewekt, dan kan Hij dat niet hebben gedaan. 16Wanneer de doden niet worden opgewekt, is ook Christus niet opgewekt. 17Maar als Christus niet is opgewekt, is uw geloof nutteloos, bent u nog een gevangene van uw zonden 18en worden de doden die Christus toebehoren niet gered. 19Als wij alleen voor dit leven op Christus hopen, zijn wij de beklagenswaardigste mensen die er zijn.
20Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen. 21Want zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit de dood er gekomen door een mens. 22Zoals allen sterven in Adam, zo zullen allen ook tot leven komen in Christus. 23Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd: Christus als eerste en daarna, wanneer Hij komt, zij die Hem toebehoren. 24En dan komt het einde en draagt Hij het koningschap over aan God, de Vader, nadat Hij alle heerschappij en elke macht en kracht vernietigd heeft. 25Want Hij moet koning zijn totdat ‘Hij alle vijanden aan zijn voeten heeft gelegd’. 26De laatste vijand die vernietigd wordt is de dood, 27want er staat: ‘Hij heeft alles aan zijn voeten gelegd.’ Wanneer er ‘alles’ staat, is dat natuurlijk uitgezonderd degene die alles aan Hem onderwerpt. 28En op het moment dat alles aan Hem onderworpen is, zal de Zoon zichzelf onderwerpen aan Hem die alles aan Hem onderworpen heeft, opdat God alles in allen zal zijn.
We zingen Psalm 73: 10 en 11
10. Wien heb ik in den hemel, Heer,
behalve U, mijn troost en eer?
Wat kan op aarde mij bekoren?
Alleen bij U wil ik behoren.
Al zou mijn vlees en hart vergaan,
toch zal ik, God, voor U bestaan,
wien ik mijn leven toevertrouw,
Gij zijt de rots waarop ik bouw.
11. Want allen die U verre staan,
zij zullen eens te gronde gaan.
Gij stort hen neer in de ellende,
die zich in ontrouw van U wenden.
Maar ’t is mijn ziel en zaligheid
te zijn bij God, die zelf mij leidt.
’k Vertrouw op Hem geheel en al,
den HEER, wiens werk ik roemen zal.
Verkondiging – Opgestaan
We zingen Gezang 217: 1 en 2
1. Jezus leeft en ik met Hem!
Dood, waar is uw schrik gebleven?
Hem behoor ik en zijn stem
roept ook mij straks tot het leven,
opdat ik zijn licht aanschouw, –
dit is al waar ik op bouw.
2. Jezus leeft! Hem is het rijk
over al wat is gegeven.
En ik zal, aan Hem gelijk,
eeuwig heersen, eeuwig leven.
God blijft zijn beloften trouw, –
dit is al waar ik op bouw.
Geloofsbelijdenis – staande
We zingen Gezang 217: 3 en 4 – staande
3. Jezus leeft! Hem is de macht.
Niets kan mij van Jezus scheiden.
Hij zal, als de vorst der nacht
mij tenakomt, voor mij strijden.
Drijft de vijand mij in ’t nauw, –
dit is al waar ik op bouw.
4. Jezus leeft! Nu is de dood
mij de toegang tot het leven.
Troost en kracht in stervensnood
zal de Levende mij geven,
als ik stil Hem toevertrouw:
‘Gij zijt al waar ik op bouw!’
Dankgebed
Inzameling van de gaven
1. Diaconaat en eredienst; 2. Zendingsproject – Jeugdwerk op de Filipijnen
We zingen Psalm 42: 7 – staande
7. Hart, onrustig, vol van zorgen,
vleugellam geslagen ziel,
hoop op God en wees geborgen.
Hij verheft wie nederviel.
Eens verschijn ik voor den Heer,
vindt mijn ziel het danklied weer:
Hij, mijn God, Hij heeft mijn leven
altijd aan de dood ontheven.
Zegen
De gemeente beantwoordt de zegen zingend: ‘Amen, amen, amen’.
Orgelspel