de kerk

Christelijke feestdagen

Palmzondag
Met Palmzondag begint de Goede Week, ook wel stille Week genoemd. De laatste dagen daarvan -van Witte Donderdag tot en met Paaszaterdag- zijn het hoogtepunt van de voorbereiding op Pasen; de kerk viert het lijden, het sterven en de dood van Jezus Christus.

Palmzondag is een uitbundig feest, in tegenstelling tot Witte Donderdag en Goede Vrijdag, dagen van rouw. Maar je kan ook zeggen: Palmzondag is een voorbode van wat komen gaat, straks met Pasen.Op Palmzondag wordt verteld hoe Jezus als een koning in Jeruzalem werd ingehaald. Geen gewone koning: een koning op een ezeltje, een koning zonder leger. Een koning van de gewone mensen, die dan ook in grote getale uitliepen. Ze zwaaiden met palmtakken, riepen Hosannah en legden kleden en doeken op de weg, als een loper voor de koning.

Witte Donderdag
Op Witte Donderdag, de dag van 'het laatste avondmaal', denken we aan de laatste maaltijd van Jezus met zijn leerlingen. In de nacht van Witte Donderdag wordt Jezus gevangen genomen en verhoord.Het is niet zomaar een maaltijd, het is de vooravond van het Joodse Paasfeest (Pesach). Jezus en zijn vrienden herdenken hoe het Joodse volk ooit door Mozes uit Egypte is bevrijd.

Voor dat de maaltijd begint maakt Jezus nogmaals duidelijk dat machtsverhoudingen, meesterschap en slavernij in zijn visie niet kunnen bestaan. Het gaat hem om dienstbaarheid aan elkaar, om broederschap, waarbij iedereen telt. Hij demonstreert dat op een bijzondere wijze. In plaats van de slaven gaat hij zelf op zijn knieen en wast de voeten van zijn leerlingen. Die kijken raar op, want Jezus was toch hun meester. Een meester die de dingen op z'n kop weet te zetten. Meesters worden helpers. Tijdens deze maaltijd wordt het Jezus duidelijk dat er iemand onder zijn vrienden is die hem verraden zal. Er zijn mensen die willen dat Jezus wordt opgepakt en gedood. Judas, een van de leerlingen zal hen daarbij helpen. Jezus vertelt dat allemaal tijdens de maaltijd. Het is dus een bijzondere maaltijd: vooral als Jezus het brood breekt en ronddeelt terwijl hij zegt dat het zijn lichaam is. Hij doet dat ook met de beker wijn. Hij wil dat mensen hem zo blijven herinneren. Tot op de dag van vandaag gebeurt dat, tijdens het Avondmaal. In de vorm van brood en wijn is Jezus dan aanwezig.

Na de maaltijd gaan Jezus en zijn leerlingen de stad uit naar de Olijfberg, waar Jezus tot God zal bidden. Vluchten doet hij niet. Die nacht wordt hij verraden, gevangen genomen en verhoord.

Goede Vrijdag
Op deze dag wordt de berechting, de marteling en de kruisiging van Jezus herdacht. Het zijn dramatische gebeurtenissen. Goede Vrijdag is dan ook een hele sobere dag. Jezus wordt eerst door de Joodse Hoge Raad en later door de Romeinse overheid, Pontius Pilatus, verhoord, berecht en veroordeeld. Hierna wordt hij gegeseld. Jezus wordt van zijn kleren ontdaan en krijgt een doornenkroon op zijn hoofd gezet. Volgens Romeins gebruik mag op deze dag nog een gevangene worden vrijgelaten. Pilatus laat het volk kiezen tussen Barabbas en Jezus. Nog geen week na de feestelijke intocht in Jeruzalem (Palmzondag) laat het volk Jezus in de steek, en wordt Barabbas vrij gelaten. Jezus moet zelf zijn kruis dragen, in een lange weg naar de berg Golgotha. Op Golgotha wordt Jezus, samen met twee moordenaars gekruisigd. Wanneer hij sterft wordt het donker en beeft de aarde.

Toch is deze vrijdag een 'goede' vrijdag. 'Goed' omdat de dood van Jezus niet het einde betekende. Op Goede Vrijdag volgt, na de stilte en rouw van Stille Zaterdag, immers de Paasmorgen. Wanneer Jezus opgewekt blijkt te zijn, de dood is overwonnen. Niet de dood, maar God, het leven heeft het laatste woord. Alleen vanuit Pasen gezien is deze vrijdag 'goed', en is er ook een beginnende vreugde bij alle rouw.

Pasen
Op Pasen wordt de verrijzenis gevierd. De opstanding van Jezus uit de dood. Na de kruisiging (Goede Vrijdag) is Jezus begraven in een graf dat Jozef van Arimatea voor hem heeft gekocht. Het rotsgraf is afgesloten met een zware steen en wordt bewaakt door Romeinse soldaten, uit angst dat mensen het dode lichaam meenemen. De zaterdag (sabbat) een dag van rouw (Stille Zaterdag). Op de ochtend van de derde dag, wanneer drie vrouwen uit de groep rond Jezus hem willen balsemen, treffen zij het graf leeg aan. De steen is weggerold, in het graf liggen alleen nog wat windsels. Jezus is niet bij de doden, wie Jezus wil vinden moet bij de levenden zijn. Zoals hij zelf altijd al had voorzegd. Sinds die dag is Jezus vele malen gezien, verschenen, en geloven mensen: Jezus is niet dood, hij leeft.

Het christelijke paasfeest vindt zijn wortels in de Joodse cultuur. Het Joodse paasfeest is ontstaan uit de samensmelting van twee afzonderlijke (lente)feesten: Pesach (Pasen) en het feest van de ongezuurde (ongedesemde) broden. In de tijd van Jezus waren beide feesten allang met elkaar versmolten. Dit feest vierden Jezus en zijn volgelingen op de dag van het laatste avondmaal (Witte Donderdag).

Het Joodse paasfeest en ook het christelijke paasfeest wordt niet voor niets in de lente gevierd. Ieder mens ervaart in de lente de vreugdevolle overgang van donker naar licht, van (schijnbaar) dood naar nieuw leven. Maar beide feesten hebben een diepere betekenis dan alleen het natuurlijke gegeven. Joden vieren dat JHWH de kinderen van Israel uit de slavernij van Egypte bevrijdt, en door de woestijn naar het land van belofte leidt. Uit het duister naar het licht, van de dood naar nieuw leven. Datzelfde bevrijdende gegeven, van dood naar nieuw leven, wordt door christenen gevierd met Pasen.

Pasen is niet alleen een verhaal van een persoon die 2000 jaar geleden leefde, het drukt ook de existentiele situatie van ieder mens uit die lijdt - door ziekte, verlies of andere crises - en door het lijden heen nieuwe kracht en perspectief vindt om verder te gaan, een nieuw begin te maken; een rouwproces doormaakt.

Hemelvaart
Op dit feest wordt herdacht dat Jezus na zijn opstanding afscheid nam van zijn leerlingen en uiteindelijk opsteeg naar de hemel om bij Zijn Vader te zijn, Handelingen 1,1-11. Bij dit feest kijkt de gelovige ook vooruit naar de tijd dat Christus op aarde zal terugkeren. Hemelvaart is 40 dagen na Pasen en valt dus altijd op een donderdag.

Pinksteren
In de christelijke kerken wordt herdacht dat de Heilige Geest neerdaalde over de apostelen. Deze geschiedenis wordt beschreven in het Nieuwe Testament in de Handelingen der Apostelen hoofdstuk 2 vers 1-6. Pinksteren is 50 dagen na Pasen (en dus 10 dagen na Hemelvaart). De naam Pinksteren is afgeleid van het Griekse woord 'pentekoste' dat vijftigste (dag) betekent.
Pinksteren wortelt in het Joodse wekenfeest Sjawoeot dat een dankfeest was/is voor de binnengehaalde oogst.
Het Pinksterfeest geldt ook als het feest ter herinnering aan het begin van de verbreiding van het christendom. Met Pinksteren wordt de Paastijd afgesloten.

Kerstfeest
Met het kerstfeest vieren de christenen de geboorte van Jezus. Kerstfeest is een feest dat sterk tot de verbeelding spreekt. Het is een intiem feest waarin mensen elkaar goede wensen doen toekomen: hartelijke wensen van vrede en verzoening.

De geboorte van een kind ontroert. Maar ook het hele gebeuren in de natuur drukt duidelijk een stempel op het kerstfeest. De dagen zijn kort, de nachten lang. Je ervaart het als een wonder dat de natuur door de duisternis van de dood heen komt. Precies deze verwondering over de geboorte van het nieuwe licht vormt de kern van het grote feest, dat al door onze niet-christelijke voorouders als het feest van de 'onoverwinnelijke zon' werd gevierd.

Het kerstevangelie wil ons echter ook iets anders duidelijk maken: dit kind Jezus wordt niet door iedereen geaccepteerd. De schaduw van zijn verwerping valt al over de geboorte. Er is voor Hem geen plaats in het gastenverblijf. De kribbe, zeggen de eerste kerkleraren, is als het ware gemaakt van hetzelfde hout als waaraan hij later gekruisigd wordt. Toch wordt het feest gevierd omdat Jezus door zijn kruis de dood overwon en door zijn verrijzenis het licht van de wereld werd. Pasen blijft het grootste feest, Kerstfeest loopt daar op vooruit.